Een dag rondlopen door verschillende stadsdelen van Lelystad laat zien dat er een hoop lucht en ruimte is in de Flevopolder aan het Markermeer. Gedateerde stukken wisselen af met nieuwbouw.
Vorige week besloot ik onder het mom van ‘lekker weg in eigen land’ Lelystad te bezoeken. De hoofdstad van de provincie Flevoland, daar was ik nog nooit geweest en op de een of andere manier sprak het me aan. Ik denk vanwege de historie: Flevoland was ooit de Zuiderzee en je loopt er dus op de zeebodem. En het feit dat de groeiambities voor de stad nooit zijn uitgekomen. Inmiddels is Almere de groeistad van Flevoland.
Cornelis Lely
Wat trof ik aan in Lelystad? In het centrum staat een standbeeld van Cornelis Lely, op een enorme hoge zuil, die uitkijkt over zijn werk. Het winkelhart en stationsgebied vormen een mix van nieuwbouw en een gedateerd en verloederd winkelcentrum waarbij opvalt dat het centrum ook stukken braakliggend terrein herbergt. Na koffie volgde een wandeling door de wijken Archipel, Atolwijk en een deel van de Zuiderzeewijk. Wat je daar ziet zijn onder andere ‘pianowoningen’ en ‘drive-in woningen’. Deze zijn neergezet om Lelystad een onderscheidend stedelijk karakter te geven ten opzichte van een dorp als Swifterbant. En je ziet opmerkelijk veel (zelfgebouwde) carpoorten. Ja, de opzet is ruim, het is er groen en rustig.
Gefnuikte bouwambities
Het ontwerp voor de vanaf de jaren zestig gerealiseerde wijken is van de hand van Cornelis van Eesteren. Kenmerkend was onder meer dat de fietspaden hoger lagen dan de wegen voor auto’s maar dat is in de jaren 90 grotendeels teruggedraaid. De verschillende wijken zijn nog wel met elkaar verbonden via fietsbruggen. Met de opkomst van Almere kwam de klad in de ambities van Lelystad om in het jaar 2000 100.000 inwoners te hebben. Door een deel van het oorspronkelijke plan van Van Eesteren aan te passen moest de in het slop geraakte plannen een impuls krijgen.
Eerlijkheid gebied te zeggen dat je ziet dat er moeite is gedaan, en gedaan wordt, om de stad een impuls te geven. Echter, de kern van het stadscentrum oogt nog altijd gedateerd. Er liggen genoeg kansen (en ruimte) om er iets moois van te maken.
Na de lunch heb ik nog een kijkje genomen in de haven waar ook Batavia Stad is gevestigd. Hier is veel nieuwbouw en dit geeft tegelijk door de directe ligging aan het Markermeer het gevoel dat je in een andere stad bent. In de verte liggen de Markerwadden, binnenscheepvaart trekt voorbij en verderop ligt de jachthaven voor pleziervaart. Je kunt het historische schip de Batavia bezoeken en winkelen in het gelijknamige Bataviastad.
Ruimte genoeg
Al met al was het een boeiend bezoek aan een interessante plek. Lelystad geeft lucht is sinds 2009 de slogan. Ook de provinciehoofdstad van Flevoland doet aan citymarketing. Daarbij horen campagnebeelden die de merkwaarden van Lelystad tonen voor de verschillende doelgroepen: avontuurlijk, ambitieus, stoer en ondernemend. Dit heb ik overigens allemaal online gelezen op de marketingkanalen van de stad. In de stad zelf merk je er weinig van de citymarketing.
Optimisten zullen de potentie van de stad zien om er te wonen of te ondernemen, pessimisten zullen verval zien en de plaats mijden. Maar ruimte is er genoeg.